Routeboek
Medefietsers zijn er in grote getalen. Er is nog geen dag voorbij gegaan, zonder een vakantiefietser tegen te komen. Daar waar ik van de route afweek om naar collega Johan te fietsen, werd het dan ook meteen een stuk rustiger. Bij Johan & Els heb ik een heerlijk rustige rustdag gehouden, met lekker eten, mijn boek, goed gezelschap en de hangmat. Met mijn fietstassen vol schone kleding ben ik weer onderweg.
Proloog
Nog voordat ik afgelopen woensdag mijn fietstassen aan m'n bagagedrager had hangen, kon ik ze alweer binnen neerzetten. Een lekke band... Met mijn gezicht op onweer ben ik op mijn stadsfietsje gesprongen voor een nieuwe binnen- en buitenband. Niks geen geplak of halve maatregelen, maar wiel uit mijn fiets en de boel vervangen. Twee uur later dan mijn bedoeling ga ik met het smeer nog op mijn handen dan toch onderweg.
Op het programma drie fietsdagen met als bestemming Klimmen. Niet de meest voor de hand liggende route als je van plan bent om richting Barcelona te gaan fietsen. In Voerendaal ligt echter post op
mij te wachten en ach het is meteen een goede test om te zien of ik nog een beetje fit ben. Bovendien een goede deadline, want het postkantoor sluit vrijdagmiddag 17u30. Net als Kenny van Hummel
kan ik goed naar fietsdeadlines luisteren, dus de post heb ik gehaald.
Ondertussen weet ik dat mijn conditie aardig op peil is. De 282 km. van Amsterdam naar Klimmen heb ik vrij gemakkelijk overleefd en dat is maar goed ook. Afgelopen weekend heb ik dan wel rustig aan
gedaan, maar ook berekend dat er nog pakweg 1770 km. op mij liggen te wachten voordat ik in Girona aankom.
Nederland is mooi! Ik heb vanaf mijn fiets veel koeien gezien, molens, vlak land, heel veel boerderijen, bossen en al meer vakantiefietsers dan in mijn vakantie van vorig jaar. Dat houdt me echter niet tegen om verder zuidwaarts te gaan fietsen. Op naar Noord-Frankrijk!
Thuis
Afgelopen woensdag was de dag van de terugreis. Na het ontbijt heb ik mijn gereedschap gepakt, een flink stuk karton geregeld bij het kamermeisje en onder toeziend oog van 2 portiers heb ik mijn fiets reisklaar gemaakt. Volgende actiepunt was het regelen van een taxi naar het vliegveld. De grootste uitdaging daarvan was het overtuigen van de receptioniste dat ik mijn fiets weer mee naar huis ging nemen en dat die dan ook in de taxi moest passen.
Eenmaal aangekomen op het vliegveld van Ubon, begon het eerste wachten van de dag. Achtereenvolgens op het opengaan van de incheckbalie, de douane en de gate. Maar dat kon mij niet deren, mijn
fiets werd namelijk in een mum van tijd ingecheckt!
Net zoals op de heenreis moest ik in Bangkok niet alleen van vliegtuig, maar ook van vliegveld wisselen. Had ik toen nog de luxe van een transfer, nu moest ik zelf op zoek naar vervoer. Met in mijn
achterhoofd allemaal rampscenario's van 'n fiets die niet in een bus of taxi past, ging ik op pad. Tot mijn eigen verbazing had ik binnen een minuut een taxibusje voor mezelf geregeld tegen een
mooi prijsje en voor ik het besefte waren we al op weg. Drie kwartier lang dacht ik dat ik in een computerspelletje was beland. De chauffeur gaf gas en scheurde over de weg andere auto's rechts en
links inhalend. Ik moet toegeven dat ondanks het feit dat de chauffeur zijn bus goed onder controle had, het niet geheel risicoloos was. Hoe dan ook was het wel fantastisch. Ik heb de hele reis met
een glimlach in het busje gezeten.
Mijn chauffeur had zo snel gereden dat de incheckbalie nog niet open was. Wachten dus weer. Na wat gedoe, 'n telefoontje en 2 balies bezocht te hebben, werd mijn fiets geaccepteerd. Wat toch altijd weer een opluchting is. Op weg naar huis restte mij nu slechts de douane en 5 uur wachten, die ik heb gebruikt om op mijn gemak het laatste vreemde geld uit te geven en wat te eten. De vlucht naar Schiphol verliep voorspoedig en na het laatste wachten op de komst van mijn bagage, werd ik opgewacht door mijn ouders. Een lift naar huis!
Thuis zijn begint te wennen en morgen ga ik weer aan het werk. Het is weer tijd voor het normale leven. Nagenieten doe ik met de foto's en daarvan heb ik er een paar op deze site gezet.
Wil ik jullie tot slot hartelijk danken voor de leuke reacties en goede zorgen!
Voorbijna
Vanochtend heb ik me voor de laatste keer laten natregenen tijdens een fietstochtje door de stad. Het binnenrijden van Ubon Ratchathani eergisteren was wel het leukste gedeelte van mijn laatste etappe. De hele rit ging over goede, brede wegen die net of bijna geasfalteerd waren en de omgevingweinig spectaculair,dus dat fietste lekker door (Rit met een gem. snelheid van24,5 km/u een persoonlijk record.) De weg werd steeds drukker en ineens zit je in het gekrioel van brommers, bussen, tuk-tuks en auto's. Door de vele stoplichten kan je het tempo van de rest best goed bijhouden, alhoewel je als fietserregelmatig van de weg wordt geduwd. Op de weg geldt het recht van de snelste en helaas wordt mijn snelheidnogal vaakonderschat. Alert zijn is dus belangrijk, evenals op de juiste momenten extradoortrappen en je inzet wordt beloond met verbaasde gezichten. Het is erg leuk om bijna evensnel als een brommertje door de stad te scheuren.
De fietstocht is voltooid en het resultaat is een prachtig vakantieavontuur, 1.882 gefietste kilometers eneen sterk lichaam.Ik ben nog nooit zo fit geweest!
Thailand en Laos zijn prachtige landen en de (grens)gebieden waar ik doorheen ben gefietst lijken veel op elkaar, wat vanuit de historie ook wel logisch is. Ik kan alleen maar concluderen dat Laos
net iets meer is.
Meer terug in de tijd
Het leven speelt zich af in, om en onder het huis. (Dehuizen staan op palen, wat voor denodige schaduw zorgt onder het huis, een aardig plekje omuit te rusten.)Iedereen lijkt hier op het platteland
te werken en het fruit wordt langs de kant van de straat verkocht. In Laos kom je geregeld vrouwen tegendie hun koopwaar deur aan deurproberen te slijten, lopend van dorp naar dorp enmet het eten
in2 manden aan een stuk bamboe.De kinderen in Laos zijn een stuk enthousiaster en opener en als ze oud genoeg zijn, helpen ze mee met het werk.
Meer flora
Thailand verbouwt rijst, rijst, rijst en hier en daar nog iets anders. Dankzij de Fransen verbouwen de Laotianen i.i.g. op het Bolaven Plateau: koffie, thee, rijst,
mais, pompoenen, pinda's, bananen, durium en nog het nodige andere fruit.
Meer fauna
Niet alleen inaantal (grotere kuddes), maar ook in soorten. In Thailand blijft het m.n. bij koeien, waterbuffels, kippenen honden. In Laos zie je daarnaast ook een heleboel geiten, varkens, eenden,
ganzenen zelfs kalkoenen.
Het grootste verschil zit in het karakter van de honden (misschien beter gezegd de opvoeding). In Laos doen de honden geen vlieg kwaad,in Thailandzijn zeop het agressieve af. Ik ben meerdere malen
achtervolgd door luid blaffende honden die zich niet makkelijk laten afschudden. 'Blaffende honden, bijten niet', maar als ze dat al rennend doen op 10 cm. van je enkels kost het toch wat moeite om
daarin te blijven geloven.
En meer...
Franse invloed als in brood, koffie en jeu de boule.
De grootste overeenkomst is wel dat in beide landenalles, maar dan ook alles wat je koopt apartin plastic zakjes wordt gestopt. Ook drinken (tenzij in weggooiverpakking),gaat met ijsklontjes en een rietje in een plastic zakje met een lintje eraan. En daar fiets je dan, met een colaatje aan je stuur. Daarnaast word je als fietser in beide landenmet verwondering en bewondering bekeken en zonder fiets wordt je slechts van top tot teenbestudeerd.
Morgenavond vlieg ik weer terug naar Amsterdam met in mijn tas (eko) thee enkoffie uit Laosen de materialen om sticky rice te maken. Dus als je foto's bij mijn verhalen wil zien, kom gezellig langs!
Preah Vihear
Toen ik op dag 1 van mijnvakantiein het vliegtuig de Thaise krant opensloeg, kon de kop op de voorpagina mij niet ontgaan: Preah Vihear Closed.Ik troostte mezelf met de gedachte dater in6 wekenveel kan gebeuren endit Thais-Cambodjaans geschil wellicht bijgelegd zouzijn.In de tussentijdis de Thaise minister van buitenlandse zaken opgestapt enzijn erhonderden militairenrichting de tempel gestuurd.Helaas zonder resultaat, de Thaise toegang tot deze tempel op Cambodjaans grondgebied isnog steeds gesloten.
Een bezoek aan de tempel heb ik dus noodgedwongenuit mijn schema geschrapt,maar mijn fietsroutebleef nagenoeg intact. Toch stapte ik vanochtend vol verwachtingop de fiets, wat zou je merken van al die militairen in dat gebied? Ik zag het al helemaal voor me; militaire colonnes, de weg die naar de tempel leidt geblokkerd, streng kijkende militairen langs de weg.Niets van dit alles! De score:een jeeponderweg, een open vrachtwagen vol glimlachende militairenbij een soepstalletje eneen handjevol militairen hier in het stadje. De laatstgenoemde waren aan het winkelen. De mannen uit de vrachtwagen waren meer onder de indruk van mijop m'n fiets dan ik van hen,deden wat inkopen bij het soepstalletjes enflirtten wat metdeaanwezige schoolmeisjes. Tot zover dat (niet) avontuur.
Het is misschien wel tekenend voor de laatste dagen. Sinds mijn rustdag in Pakse ben ik de grensweer overgestoken en heb ik iedere dageen flink stuk gefietst. Rustige dagen qua drukte op de weg,
maar ook de provinciestadjes waar ik heb overnacht waren rustig. De omgeving zoals je het verwacht, nergens iets opvallends of merkwaardigs. De constatering vande afgelopen dagen isdathetop het
regenseizoen lijkt. Ik ben de laatste4dagen elke dag wel een keer nat geregend, in de afgelopen 5 weken heb ik 1 keer in een flinke bui gezeten.
Morgen ga ik de laatste etappe naar Ubon fietsen en dan blijf ik nog een paar dagen in die stad. Misschien is daar wat meer avontuur?!
Terug op het vasteland
Vanochtend om 7u00 stapte ik uit het bootje van Mike op de wal van Ban Nakaseng. Ik was al gewapend met een vers gebakken focaccia (dat krijg je als je van een eiland vol met backpackers komt), ontbraken dus in ieder geval nog bananen om mijn fietstocht van de dag te beginnen. Ik was nog niet van mijn fiets gestapt bij de markt of de eerste chauffeur stond naast me. 'Wilde ik naar Pakse?' In mijn zelf ontworpen gebarentaal vertelde ik dat ik ging fietsen naar Pakse. Met grote ogen vol ongeloof werd ik bekeken, zo ook door de volgende 3 chauffeurs die hun diensten kwamen aanbieden. Vanmiddag om 14u45 was ik op de plaats van bestemming, de dagteller op 148 km.
Mike was mijn gastheer van de afgelopen drie dagen. Ik was via een tip bij zijn Guesthouse beland en het was er inderdaad goed vertoeven. Het bamboehutje basic: een bed met klamboe en een tafeltje als nachtkastje, op de veranda nog een tafeltje, een stoel en een hangmat. De eilanden die ik de laatste week heb bezocht lijken allemaal op elkaar en tonen bovendien veel gelijkenis met het leven op het platteland (alias Laos
). Ik heb me dus niet schuldig hoeven voelen dat ik 2 dagen lang een boek heb gelezen al schommelend in 'n hangmat. Het eten van het guesthouse was prima, dus ook daarvoor hoefde ik mijn boek niet in de steek te laten. Gelukkig maar, want de vrouw van Mike kan prima koken, maar doet dat wel op d'r gemak met 2 uur levertijd.
De eilanden zijn leuk, maar niet echt spectaculair. Het leukste van Don Det is waarschijnlijk, naast de Australier die een foto van me maakte voor zijn eigen inspiratie, dat het nog niet is
voorzien van stroom. Van 18u00 tot 22u00 bromt de generator om een paar lampjes te kunnen laten branden en tovert Mike z'n TV te voorschijn om een dvd-tje te draaien. Als je dan, zoals ik, een
fruitshake besteld gaan alle lichten uit om de blender te kunnen laten draaien.
Spectaculair zijn wel de watervallen in de buurt van de eilandjes. Ze zijn niet indrukwekkend vanwege het verval, maar om het natuurgeweld. Zover het oog reikt zie je eilandjes, bomen op rotsen en
rotspartijen en daar tussendoor stroomt het water met brute kracht naar beneden. Ik kan me de frustratie van de Fransen toch wel voorstellen. Heb je Laos afhandig gemaakt van Thailand om een goede
waterweg met China te hebben voor de handel, kom je zo'n onoverwinbaar stukje natuur tegen.
In het verlengde daarvan... toen ik op weg was naar een van de watervallen zag ik tot mijn verbazing een sproeier in een prachtig gemaaid stuk gras staan. Het vlaggetje dat ik daarna ontwaarde gaf duidelijkheid, een golfbaan. Wat een verprutsing van het landschap. Het golfkarretje dat ik even later tegen kwam met een man of 8 erin, was dan wel weer grappig.
Morgen doe ik het een dagje rustig aan in Pakse en dan vervolg ik mijn weg.
Don Daeng
Zoals geschreven Champasak was een goede plek om te lezen en is een leuk, doch ingeslapen stadje langs 1 straat. Daarnaast is het dé uitvalsbasis voor Wat Phu: de overblijfselen van een Hindu tempel. Het ritje ernaar toe (11km.) was leuk en het informatiecentrum, met de nodige informatie over Brahma, Vishnu en Shiva, zeer de moeite waard. Het hoogtepunt, zowel letterlijk als figuurlijk, volgde na een flinke beklimming van de trappen en was de tempel. De versieringen en afbeeldingen zijn prachtig en voor een deel in fantastische staat. Het geheel is nog netvoldoende intactdat het nogcharme heeft, in plaats van een ruine is. Wel een beetje jammer van de Buddhabeelden die er in zijn gezet, het contrast met de omgebing is nogal groot. Erg benieuwd was ik naar de bron en de aandacht daarvoor van andere bezoekers. Volgens de Hindu heeft het water een helende en reinigende werking, volgens het promotiefilmpje van Lao National TV is dat 'uiteraard onzin, maar gelukkig heeft het wel een verfrissende werking na het beklimmen van de trappen'. Het was een hete dag, dus veel mensen zochten verfrissing. Voor de zekerheid heb ik dat ook maar gedaan.
Ik lig wat voor op schema en Champasak was na 2 dagen leuk genoeg geweest. Het eiland Don Daeng ligt t.h.v. Champasak in de Mekong en volgens mijn reisgids niet alleen idyllisch, maar ook 1 van de 6 niet te missen plaatsen in de regio en de enige die niet in mijn schema stond. Ik had al een papiertje zien hangen van de Communiy Lodge 'van en verzorgd' door de lokale bevolking. Leuk initiatief, genoeg tijd, dus fiets op de boot en op naar het eiland. Daar aangekomen werd ik van hut naar hut gestuurd voor informatie, maar bij hutje 4 kwam een mannetje naar buiten gestommeld en al vlot waren we er uit. Ik wilde: lunch, diner, slapen, ontbijt en boot. Hij verdween en een tijdje wachten later verscheen er een dametje met wat boodschappen. Zij maakte een plekje voor me in orde en begon enthousiast te koken. Even later diende zich een man aan die de lunch aankondigde en ook nog gids bleek. Ik had er niet om gevraagd, maar ach, een gids is nooit weg. Na de lunch gingen we op pad en gelukkig ben ik hier al een week of 4, anders was ik gillend gek geworden!
Hij fietste voor me uit en zijn tempo was onnavolgbaar! Met enige moeite vond ik een verzetje op mijn fiets waarbij ik kon trappen en niet continue in de remmen moest. Zo sukkelde we door het landschap en hij bracht me bij een tempel. Ik begreep weinig van zijn verhaal, zijn uitspraak was wanhopig slecht, alleen beautiful en make photo kwamen bij mij aan. We stapte weer op de fiets en ho, daar stonden we alweer stil. Hij zei: 'take a break'. Vol ongeloof keek ik hem aan, onze afgelegde afstand was 2,5 km. Na wat zitten en zijn sigaret, sjokte we wat door het dorp en hij raakte aan de praat en zei weer 'take a break'. Ik ben er weer bij gaan zitten en heb geprobeerd om vriendelijk te blijven lachen. Dat is niet gelukt. Na enige tijd gingen we verder en bij de fietsen aangekomen stelde hij voor om koffie te gaan drinken. Ik heb deze vakantie een Aziatische manier van leven: eeuwig glimlachen, vriendelijk blijven in alle situaties, ja en amen zeggen en wachten tot de oplossing zich aandient, maar dit ging te ver. Ik stelde voor om verder te gaan. Na drie keer herhalen stapte we weer op de fiets en we stopte bij een boom. Ik heb een poging gedaan om interesse te tonen, door er vragen over te stellen. Helaas klopte de antwoorden niet met mijn vragen (Wat is de naam van deze boom? 100 jaar.) Na de verplichte foto -ik werd dit maal zelfs gecontroleerd-, draaide we om, anders was het te ver. Gelukkig fietste we in één ruk terug en hij zei 'take a break', om 6 uur eten en om 5 uur douchen in de Mekong. Ik heb even gewacht tot hij weer verdwenen was en ben toen het eens flink over het eiland gaan crossen.
De andere ochtend was ik om 8u00 van het eiland. Idyllisch is het trouwens wel. Snel ben ik naar Ban Kiet Ngong gegaan en hier zit ik in Kingfisher Ecolodge. Prachtig uitzicht op de wetlands en z'n grazende olifanten. Dit dorpje leeft al sinds jaar en dag met olifanten voor het verbouwen van de grond en door toeristen rond te rijden, kunnen ze nog wat extra geld verdienen. Dit voorkomt dat ze de olifanten moeten verkopen. Vanochtend heb ik ook een ritje gemaakt, het steunen van de lokale bevolking als zetje in de rug in dit ecotoerismegebied, en het was eigenlijk best leuk. Het heeft wat koninklijks om op een olifant te zitten. Je zit heel hoog en beweegt in een mooi ritme. Het ritje ging naar Phou Asa, 20 stenen zuilen in een soort van vierkant, waarvan niemand echt weet wat het ooit is geweest. Het uitzicht vanaf die berg was trouwens geweldig, ook om te zien hoe een olifant en passent even een struikje uit de grond rukt om te eten.
Morgen gaat de reis weer verder, wederom naar een eiland...