Pyin Oo Lwin

De extra rit die beschreven wordt in mijn routeboek gaat naar Pyin Oo Lwin. Het plaatsje is, net zoals Kalaw, door de Britten gesticht om de hitte van het land te ontsnappen. Geen wonder dat die plaatsen ergens bergop te vinden zijn en bekend staan onder de naam 'hill stations'.  De temperatuur in het 'koude' seizoen sprak me bijzonder aan, daar hoefde ik echt niet voor te vluchten. De drukte van de stad kwam daarentegen wel hard binnen na twee en een halve dag fietsen door verlaten gebied. Terwijl ik Mandalay met een omweg via de te grote weg benaderde, realiseerde ik me pas dat het ook sinds het vertrek uit Mandalay was geweest dat ik een grote stad had gezien. En hoewel sommige plaatsen of markten echt wel druk waren, de sfeer was er altijd een van een lome zondagmiddag. Ik was er zo in op gegaan, dat ik het niet eens had gemerkt! Blij met de paar laatste fietsdagen in het verschiet, blij dat ik nog heel even terug kon naar die ongedwongenheid.  Je moet er dan  wel iets voor over hebben. Dat je van 70 naar 1070 meter hoogte moet klimmen bijvoorbeeld. Langzaam maar zeker kwam ik al zwoegend via de ene haarspeldbocht na de andere steeds een stukje verder. De weg van ongekende kwaliteit, zeker voor Birmeese begrippen en flink aangemoedigd door m.n. vrachtwagenchauffeurs die nauwelijks harder dan ik met hun volgeladen wagen de berg opkropen. Dat de klim toch echt wel van serieuze aard was, realiseerde ik me halverwege pas toen ik tot rust zat te komen met mijn zoveelste noodlesoep van de vakantie. Iedereen ging allereerst de motor van z'n voertuig koelen! Het vals plat dat volgde op de beklimming was nog een hele beproeving, maar alleen al het bakje verse aardbeien dat ineens in grote getalen langs de weg werd verkocht was de hele rit waard. Zelfs de groene exemplaren die vakkundig onder de rode waren verstopt, om van te watertanden. Pyin Oo Lwin bleek inderdaad nog steeds een goed toevluchtsoord, met de begeerde rust en gemoedelijkheid. Ik heb 's middags een bezoek gebracht aan de prachtig onderhouden botanische tuinen. De andere ochtend ontbeten in de leuke tuin van het guesthouse en een paar rondjes gefietst langs de koloniale panden. De koetsier die sierlijk met zijn hoge hoed zwaaide en good morning riep vanaf zijn koets met paard, vervolmaakte het plaatje. Ik had er makkelijk nog een dagje aan vast kunnen plakken, maar de volgende plannen zaten alweer in mijn hoofd en met een fantastiche afdaling in het vooruitzicht ging ik op de weg terug. 

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!