Don Daeng

Zoals geschreven Champasak was een goede plek om te lezen en is een leuk, doch ingeslapen stadje langs 1 straat. Daarnaast is het dé uitvalsbasis voor Wat Phu: de overblijfselen van een Hindu tempel. Het ritje ernaar toe (11km.) was leuk en het informatiecentrum, met de nodige informatie over Brahma, Vishnu en Shiva, zeer de moeite waard. Het hoogtepunt, zowel letterlijk als figuurlijk, volgde na een flinke beklimming van de trappen en was de tempel. De versieringen en afbeeldingen zijn prachtig en voor een deel in fantastische staat. Het geheel is nog netvoldoende intactdat het nogcharme heeft, in plaats van een ruine is. Wel een beetje jammer van de Buddhabeelden die er in zijn gezet, het contrast met de omgebing is nogal groot. Erg benieuwd was ik naar de bron en de aandacht daarvoor van andere bezoekers. Volgens de Hindu heeft het water een helende en reinigende werking, volgens het promotiefilmpje van Lao National TV is dat 'uiteraard onzin, maar gelukkig heeft het wel een verfrissende werking na het beklimmen van de trappen'. Het was een hete dag, dus veel mensen zochten verfrissing. Voor de zekerheid heb ik dat ook maar gedaan.

Ik lig wat voor op schema en Champasak was na 2 dagen leuk genoeg geweest. Het eiland Don Daeng ligt t.h.v. Champasak in de Mekong en volgens mijn reisgids niet alleen idyllisch, maar ook 1 van de 6 niet te missen plaatsen in de regio en de enige die niet in mijn schema stond. Ik had al een papiertje zien hangen van de Communiy Lodge 'van en verzorgd' door de lokale bevolking. Leuk initiatief, genoeg tijd, dus fiets op de boot en op naar het eiland. Daar aangekomen werd ik van hut naar hut gestuurd voor informatie, maar bij hutje 4 kwam een mannetje naar buiten gestommeld en al vlot waren we er uit. Ik wilde: lunch, diner, slapen, ontbijt en boot. Hij verdween en een tijdje wachten later verscheen er een dametje met wat boodschappen. Zij maakte een plekje voor me in orde en begon enthousiast te koken. Even later diende zich een man aan die de lunch aankondigde en ook nog gids bleek. Ik had er niet om gevraagd, maar ach, een gids is nooit weg. Na de lunch gingen we op pad en gelukkig ben ik hier al een week of 4, anders was ik gillend gek geworden!

Hij fietste voor me uit en zijn tempo was onnavolgbaar! Met enige moeite vond ik een verzetje op mijn fiets waarbij ik kon trappen en niet continue in de remmen moest. Zo sukkelde we door het landschap en hij bracht me bij een tempel. Ik begreep weinig van zijn verhaal, zijn uitspraak was wanhopig slecht, alleen beautiful en make photo kwamen bij mij aan. We stapte weer op de fiets en ho, daar stonden we alweer stil. Hij zei: 'take a break'. Vol ongeloof keek ik hem aan, onze afgelegde afstand was 2,5 km. Na wat zitten en zijn sigaret, sjokte we wat door het dorp en hij raakte aan de praat en zei weer 'take a break'. Ik ben er weer bij gaan zitten en heb geprobeerd om vriendelijk te blijven lachen. Dat is niet gelukt. Na enige tijd gingen we verder en bij de fietsen aangekomen stelde hij voor om koffie te gaan drinken. Ik heb deze vakantie een Aziatische manier van leven: eeuwig glimlachen, vriendelijk blijven in alle situaties, ja en amen zeggen en wachten tot de oplossing zich aandient, maar dit ging te ver. Ik stelde voor om verder te gaan. Na drie keer herhalen stapte we weer op de fiets en we stopte bij een boom. Ik heb een poging gedaan om interesse te tonen, door er vragen over te stellen. Helaas klopte de antwoorden niet met mijn vragen (Wat is de naam van deze boom? 100 jaar.) Na de verplichte foto -ik werd dit maal zelfs gecontroleerd-, draaide we om, anders was het te ver. Gelukkig fietste we in één ruk terug en hij zei 'take a break', om 6 uur eten en om 5 uur douchen in de Mekong. Ik heb even gewacht tot hij weer verdwenen was en ben toen het eens flink over het eiland gaan crossen.

De andere ochtend was ik om 8u00 van het eiland. Idyllisch is het trouwens wel. Snel ben ik naar Ban Kiet Ngong gegaan en hier zit ik in Kingfisher Ecolodge. Prachtig uitzicht op de wetlands en z'n grazende olifanten. Dit dorpje leeft al sinds jaar en dag met olifanten voor het verbouwen van de grond en door toeristen rond te rijden, kunnen ze nog wat extra geld verdienen. Dit voorkomt dat ze de olifanten moeten verkopen. Vanochtend heb ik ook een ritje gemaakt, het steunen van de lokale bevolking als zetje in de rug in dit ecotoerismegebied, en het was eigenlijk best leuk. Het heeft wat koninklijks om op een olifant te zitten. Je zit heel hoog en beweegt in een mooi ritme. Het ritje ging naar Phou Asa, 20 stenen zuilen in een soort van vierkant, waarvan niemand echt weet wat het ooit is geweest. Het uitzicht vanaf die berg was trouwens geweldig, ook om te zien hoe een olifant en passent even een struikje uit de grond rukt om te eten.

Morgen gaat de reis weer verder, wederom naar een eiland...

Reacties

Reacties

Anton

Goh... ik ben stik jaloers op je. Wat een heerlijke avonturen allemaal. Zelfs op een olifant een ritje maken. Geweldig.
En je verteld het allemaal zo smaakvol (zie het allemaal voor me.) Vooral eeuwig blijven glimlachen, vriendelijk blijven in alle situaties, en natuurlijk ja en amen blijven zeggen. ;-)
Groetjes

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!